We ontvingen zorgelijke signalen dat er wordt opgeroepen om buiten de politie om aangifte te doen. BlueTruth is van mening dat je beter aangifte kan blijven doen op het politiebureau en eisen dat deze opgenomen wordt. Alleen zo zet je iets in beweging, niet door een aangifte te laten opnemen door een niet-officiële partij, want dat wordt niet erkend en het geeft valse hoop. Tevens is het van belang dat de aangifte eigen bewoordingen bevat van de aangever. Een aangifteformulier waarop een standaardtekst staat, is niet wenselijk.
Word je aangifte geweigerd, wijs ze op art. 162 tot 165 Sv, art 6 EVRM, hinderen van de rechtsgang art. 365 Sr en stel de vraag of men er zeker van is dat die jouw recht wenst te blokkeren. Houdt men voet bij stuk, dan rest een art. 12 Sv procedure.
Voor het verschonen van de laakbare vertegenwoordiging (art. 140 Sr) is een brief opgesteld: https://www.vrijheidsrechten.nl/juridische-kennisgeving-in-voortdurend-pro-forma-bezwaar-brief-voor-weigering-van-vertegenwoordiging/
Zie de eerdere video en berichten over de geweigerde aangiftes:
https://fb.watch/8o0-bH5GkO/
https://www.facebook.com/BlueTruthNL/videos/1067355400676681/
https://twitter.com/BlueTruthNL/status/1444271768844345352

Aanvullende informatie van een jurist geplaatst op 05-10-2021:
Daarnaast kun je in dit SYSTEEM TEGEN REGERING alleen aangifte doen via de kamer. Artikel 119 GW
De leden van de Staten-Generaal, de ministers en de staatssecretarissen staan wegens ambtsmisdrijven in die betrekkingen gepleegd, ook na hun aftreden terecht voor de Hoge Raad. De opdracht tot vervolging wordt gegeven bij koninklijk besluit of bij een besluit van de Tweede Kamer. >>> Protocol over behandeling van aangiften tegen bewindslieden en Kamerleden. Een praktische handleiding over de afwikkeling van aangiften bij een ministerie, het openbaar ministerie of de procureur-generaal bij de Hoge Raad tegen (voormalige) Kamerleden, ministers en staatssecretarissen is vandaag in de Staatscourant gepubliceerd. Het is een hulpmiddel om te bepalen welke route zo’n aangifte moet volgen. Minister Grapperhaus heeft dit protocol ook toegezonden aan de Tweede en Eerste Kamer.
In de Grondwet is geregeld dat (voormalige) Kamerleden, ministers en staatssecretarissen bij ambtsdelicten terecht staan voor de Hoge Raad en dat de opdracht voor vervolging wordt gegeven door de regering (bij koninklijk besluit), of bij een besluit van de Tweede Kamer.
Over de fase die voorafgaat aan een opdracht tot vervolging door de Tweede Kamer bevat de Wet ministeriële verantwoordelijkheid (Wmv) een regeling. Dit is echter niet het geval als het een opdracht tot vervolging door de regering betreft. Bij de betrokken instanties bestond behoefte aan praktische richtlijnen voor de behandeling van aangiften die kunnen leiden tot een vervolgingsopdracht door de regering. Het protocol voorziet daar nu in, binnen de kaders van de huidige wetgeving.
Behalve dit protocol is onlangs een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend dat overwegend technische wijzigingen bevat van de Wmv. De voorbereiding van een meer fundamentele herziening van de wetgeving over de vervolging van Kamerleden en bewindspersonen wegens ambtsdelicten wordt in handen gelegd van een onafhankelijke commissie van deskundigen, met mr. J.W. Fokkens (oud-procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden) als voorzitter. De commissie zal naar verwachting binnenkort worden ingesteld.
Voorbeeld van aangifte in groepsverband verzoek Tweede Kamer! A A N T E K E N E N
Aan: Tweede Kamer der Staten-Generaal
Voorzitter Mevr. (naam)
Postbus: 200182500EA, Den Haag
Plaats/datum: —————————————-
Betreft: Verzoek om strafvervolging (Art. 119 Gw)
Betreft: Ambtsmisdrijven en ambtsovertredingen begaan door ministers, staatssecretarissen en leden van de Staten-Generaal.
Op grond van art. 119 Grondwet en art. 76 RO neemt de Hoge Raad, ook na hun aftreden, in eerste instantie en tevens in hoogste ressort kennis van ambtsmisdrijven en ambtsovertredingen begaan door ministers, staatssecretarissen en leden van de Staten-Generaal. De procedure is geregeld in art. 483 Sv in verbinding met de art. 4 – 19 van de nog steeds geldende Wet van 22 april 1855, Stb. 33, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de hoofden der Ministeriële Departementen. Een vervolging van een minister ter zake van ambtsdelicten als bedoeld in art. 119 Grondwet en art. 76 RO is slechts mogelijk nadat daartoe last is gegeven bij Koninklijk Besluit of bij besluit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De burgers in Nederland –individueel of in groepsverband- mogen hun volksvertegenwoordiging een brief sturen om last te geven tot vervolging Art.119 GW. Dat kunnen ze doen wanneer zij vinden dat de leden van de Tweede Kamer deze last wel had moeten geven maar de Tweede Kamer niet op eigen initiatief -met minimaal 5 kamerleden dergelijke last tot vervolging heeft ingezet.
Het plegen van strafbare feiten en medeplegen -handelen of nalaten- begaan door ministers, staatssecretarissen en leden van de Staten-Generaal.
*(aanhechting de namen van personen)
Deelname aan een misdaadorganisatie onder de publieksrechtelijke rechtspersoon en onder regie van de Staat der Nederlanden.
Ik verzoek de griffier uitdrukkelijk deze stukken te registeren volgens het protocol van de Kamer en tevens openbare ter inzage te leggen voor alle kamerleden. Ik verzoek U mij een bevestiging te sturen.
HOOGACHTEND,
Naam Verzoeker————————————————
Bijlage(n)
1. lijst handtekeningen mede ondertekenaars,
2. *Lijst van deelnemers aan de vermeende strafbare feiten binnen de misdaadorganisatie,
3. (verwijs) rapport “Ongekend onrecht” Tweede Kamer der Staten-Generaal, 2020, 2021
https://archive.org/details/voorbeeld-strafvervolging-ambtsmisdrijven-artikel-119-gw