Museumplein, 21 maart 2021
GEEN WOORDEN MAAR TRANEN voltooiden mijn missie.
Al schrijvende besef ik nu; mijn missie van gister is geslaagd! Niet door mijn woorden, niet door de tekst op mijn kussen. Niet door de hartvormige ballon die ik na tien minuten kapottrapte 𤌠(Confetti all over en een ijselijke gil van mijn moederđ).
Nee, niets van dat alles. Het waren mijn tranen die mijn missie hebben doen slagen.
En dat terwijl ik in de laatste twee uur van de demonstratie, daar op de Leidsche Kade, zo diep geraakt was. Ik voelde me zwak, waardeloos, minderwaardig. Ik dacht er zelfs aan vanaf morgen maar mee te doen met de rest van Nederland. Mondkap op en de strijd staken. Wie kiest hier nu vrijwillig voor dacht ik? Uitgelachen en bespot door omstanders, ingesloten door de ME, afgevoerd met bussen, als vee weggeduwd om de 1,5 meter te kunnen waarborgen.
Ik was compleet vergeten dat ik voor onze insluiting agenten en ME’ers heb aangesproken. Ik heb alles in een roes beleefd. Toen ik mijn live verslagen op mijn fb pagina terug keek kwamen pas die momenten weer terug.
O, ja. Ik stond tegenover de ME. Ik heb ze recht in hun ogen aangekeken, heb contact gemaakt en zelfs gevraagd of zij vannacht lekker zouden slapenđ. Met mijn kussen voor me stond ik daar en zei ik dat ik wel tegen een stootje kon. Maar niet een jaar lang. En mijn kinderen al helemaal niet, zoveel jongeren niet. Zoveel ondernemers niet. “Klopt jouw blauwe hart nog?” stond er op mijn kussen geschreven. Is dit het werk dat je voor ogen had als tiener, als jochie?
Bij twee agenten voelde ik dat ik iets raakte, iets losmaakte. “Wij zijn geen monsters”, zei de vriendelijke agent lachend. “Weet ik! En wij ook niet”, hoor ik mezelf nog zeggen. “Je hebt een goed hart, ik zie het”. Hij lachtte met zijn ogen. We gaven elkaar een boks. Wauw! En later nog een boks met een ME’ er. Hij zou liever vrij zijn vandaag zei hij. “Joh, ik ook. Ik ben liever helemaal vrij”. Boks. Blijheid. Verbinding. Wij zijn niet elkaars vijanden.
Daar op de Leidsche Kade werd het mij ineens teveel. Paniek overviel mij plotseling en tranen zochten een weg naar buiten. Ik gaf de strijd tegen de waterlanders op en liet ze in veelvoud over mijn wangen rollen.
Op dat moment zocht een jonge ME’er MIJN blik. Het ging van HEM uit, niet langer van mij. Ik denk dat mijn tranen en mijn hopeloosheid hem raakten. Hij keek mij lang aan. Heel lang. Te lang. Hij keek dwars door mij heen. Ik werd ongemakkelijk. Maar ik had niks meer te verliezen. Mijn waardigheid, mijn strijdlust, alles was al weg. Daar sta je dan, stoer te doen. Als moeder. Op tv geframed als wappie, die zich verzet. “Ze verdient klappen”, las ik ergens. Naast mij riepen mensen “laat ons vrij”. Er werd een oude man met hartklachten weggedragen.
Maar de jonge ME’er. Hij zag mij. Hij raakte mij. En vice versa.
Hij keek mij wanhopig aan. “Help me dan”, gebaarde ik. Hij gebaarde terug dat dat niet kon. Onze blikken hielden elkaar vast.
Binnen vijf minuten werden wij op bijzondere manier met vier personen vrijgelatenâ¤ď¸. Toen ik langs hem liep wisselden we een veelzeggende blik. Het liefst had ik hem omhelsd.
Mijn missie was geslaagd. In alle kwetsbaarheid, in onwetendheid.
Geen woorden maar tranen. Wie had dat gedacht!!!
Kwetsbaarheid is een enorme kracht. Daar kun je niet op oefenen of je op voorbereiden. Het is puur en oprecht. Het raakt, verbindt.
Wauw, ik ben onder de indruk van deze wijze les die ik heb geleerd.
Ik had er niet willen zijn, maar nog meer had ik het niet willen missen.
Laten we niet vergeten dat onze agenten mannen, vrouwen, vaders, moeders, echtgenoten, zonen en dochters zijn. Net als wij. Met een kwetsbare opstelling is er meer begrip en verbinding mogelijk. Laat de verdeel- en heers tactiek niet toe, zou ik willen zeggen. Het maakt meer kapot dan ons lief is.
Tekst; Tabitha van Wieren.
PS; momenteel voor dertig dagen GEBLOKKEERD op fb vanwege het delen van mijn mening en verbindende posts.